Sta je in de file? Blokkeer de verplichte reddingsstrook niet!

Snel je berichten checken, nog even het perfecte liedje zoeken, ondertussen een gesprek voeren met je passagier en, waarom niet, fileflirten met die knappe heer of dame in de auto naast je … Zodra het verkeer even tot een halt komt, ontpoppen Belgische chauffeurs zich tot ware multitaskers. Daardoor verliezen velen van hen de reddingsstrook uit het oog. Die is sinds 1 oktober 2020 nochtans verplicht.

Wat is een reddingsstrook?

Bevind je je op een weg met twee of meer rijstroken en komt het verkeer tot stilstand, dan moet je je zo veel mogelijk links (als je op de uiterst linkse rijstrook staat) of rechts (alle andere rijstroken) positioneren. De reddingsstrook die zo tussen het eerste en het tweede rijvak ontstaat, geeft de hulpdiensten een veilige doorgang.

“Maar ik hoor toch geen sirene?”

Vergis je niet: een reddingsstrook vormen is altijd verplicht, ook wanneer je geen sirene of zwaailicht opmerkt. Het maakt dus helemaal niet uit of de hulpdiensten al dan niet in de buurt zijn. Er hoeft bovendien niet per se sprake te zijn van filevorming. Ook voor een rood licht moet je de reddingsstrook respecteren.

Het verschil met de pechstrook

Vroeger zag je de hulpdiensten weleens via de pechstrook de file voorbijsteken, maar dat wil de verplichte reddingsstrook nu juist vermijden. De pechstrook dient voortaan alleen voor voertuigen die in panne staan. Het is dus niet de bedoeling om jezelf op (een deel van) de pechstrook te zetten om de reddingsstrook te vormen. Uiteraard moet je ook het fietspad steeds vrijhouden.

Opgelet voor motorrijders!

Motorrijders mochten vroeger al tussen de file door rijden, maar door de verplichte reddingsstrook (die door motorrijders mag worden gebruikt) doen ze dat nu nog een stuk vaker. Let dus extra op wanneer je de reddingsstrook kruist om van baanvak te veranderen. Idealiter blijf je zo veel mogelijk op je eigen rijstrook.