Niet iedereen mag zomaar met de auto rijden

Dat je ouder moet zijn dan 18 en een geldig rijbewijs op zak moet hebben, dat wist je wel. Maar er zijn nog andere – al dan niet tijdelijke – factoren die bepalen of je met de auto mag rijden. Had je hieraan al gedacht?

Autorijden na een operatie

Heb je een operatie ondergaan aan je arm of been, of is je gezichtsvermogen tijdelijk beperkt door een ingreep? Dan spreekt het voor zich dat je even niet met de auto mag rijden. Maar ook door andere, kleinere operaties kan je duizelig of vermoeid zijn, waardoor het niet veilig is om achter het stuur plaats te nemen. Vraag dus altijd aan je arts of autorijden wel verantwoord is.

Je hebt epilepsie

Tijdens een epileptische aanval verlies je je bewustzijn, wat tot heel gevaarlijke situaties kan leiden op de weg. Epilepsiepatiënten mogen daarom niet met de auto rijden, tenzij ze een rijgeschiktheidsattest hebben. Een arts kan zo’n attest geven als iemand een tijd geen aanvallen meer heeft gehad.

Slechtziend of andere oogproblemen

Heb je een aandoening aan één oog, maar is het andere wel tiptop in orde? Dan is het niet helemaal zeker of je mag autorijden. Het zijn namelijk je beide ogen samen die voor dieptezicht zorgen, waardoor je afstanden correct kunt inschatten. Vraag advies aan een oogarts.

Ben je slechtziend, dan moet je wettelijk gezien minstens vijftig procent gezichtsscherpte hebben om met de wagen te mogen rijden. Gelukkig kunnen mensen die slechtziend zijn met behulp van een telescopische bril (dat is een bril met een klein verrekijkertje op) toch hun rijbewijs halen.

Slechthorend

In tegenstelling tot mensen die slechtziend zijn, mag iemand die slechthorend is wel gewoon met de auto rijden. Dat komt omdat de verkeersprikkels die je moet verwerken vooral visueel zijn. Bovendien stemt wat je hoort meestal overeen met wat je ziet.