Overslaan en naar de inhoud gaan

Welke autolichten moet je wanneer gebruiken?

3 minuten 11/01/2017

Elke auto is uitgerust met vier types lichten. Geregeld deelt de politie boetes uit voor een verkeerd gebruik van deze autolichten. Nochtans is het niet zo moeilijk te weten welke je wanneer mag aansteken.

 

Standlichten duiden de breedte van je wagen aan

De standlichten zijn de lichten die het minst fel zijn. Volgens de letter van de wet zijn ze aanwezig om de breedte van de wagen aan te duiden. Meestal heb je aan de voorkant en de achterkant van je wagen twee standlichten, met dat verschil dat ze vooraan wit of geel horen te zijn en achteraan rood. Ze zijn verplicht te gebruiken als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter en tussen zonsondergang en -opgang. Indien je stilstaat of parkeert op een donkere plek langs de weg, ben je ook verplicht de standlichten - of parkeerlichten - gebruiken.

 

Dimlichten: de autolichten die het vaakst branden

De lichten die we het vaakst gebruiken, zijn de dimlichten. Deze lichten steken we aan wanneer de avond valt of het donker is. Ook bij regenweer, sneeuw, mist en andere omstandigheden waarbij het onmogelijk is om verder te kijken dan 200 meter is het verplicht om de dimlichten aan te steken. Andere weggebruikers kunnen zien en gezien worden, daar draait het om.

 

Grootlichten: vermijd hinder voor andere weggebruikers

De grootlichten of verstralers gebruik je in dezelfde omstandigheden als de dimlichten, al zijn er een aantal uitzonderingen. Zo gebruik je je grootlichten niet wanneer:

  • de weg onafgebroken en voldoende verlicht is, zodat je 100 meter ver kunt zien.
  • je er een tegemoetkomende weggebruiker mee verblindt.
  • er dichter dan 50 meter voor jou een auto rijdt die je niet onmiddellijk gaat inhalen.
  • je een spoorvoertuig of een vaartuig nadert.

 

Mistlichten: alleen in specifieke omstandigheden

De mistlichten mogen alleen gebruikt worden bij mist, sneeuwval of felle regen die de zichtbaarheid vermindert tot minder dan 100 meter. Zij mogen de dimlichten of de grootlichten vervangen, of gelijktijdig met deze lichten branden. De mistlichten mogen in geen andere omstandigheden gebruikt worden omdat ze dan hinderlijk kunnen zijn voor andere weggebruikers.

 

Mag je overdag met de autolichten aan rijden?

Deel deze pagina