Overslaan en naar de inhoud gaan

Voorrang verlenen: de 4 grootste misverstanden op een rijtje

3 minuten 24/11/2016

De voorrangsregels zijn zowat het meest complexe deel van de wegcode. Ze zijn voer voor eindeloze discussies. Volgende vier misverstanden helpen we voorgoed de wereld uit. 

 

1. Een bestuurder die van rechts komt en stopt, heeft niet langer voorrang

Vroeger verloor een bestuurder die van rechts kwam, zijn voorrang als hij stopte. Sinds 1 maart 2007 is dat niet langer het geval. Het is een belangrijke wijziging in de voorrang-van-rechtsregels. Wat opvalt, is dat heel wat bestuurders deze regel niet naleven of niet goed weten hoe ze ermee om moeten gaan.

Nochtans is het eenvoudig: de voorrangsregel geldt op elk kruispunt waar geen verkeerslichten staan en waar geen verkeersborden aanwezig zijn die de voorrang regelen.

 

Lees bij welke zware verkeersovertredingen je je rijbewijs verliest.

 

2. Wie stopt om fietsers/voetgangers te laten oversteken, verliest zijn voorrang

Als een bestuurder stopt om voetgangers of fietsers te laten oversteken, behoudt hij zijn voorrang op de auto die van links komt. Hij is verplicht om te stoppen voor de voetgangers en fietsers, maar daarna heeft hij nog altijd voorrang op de andere bestuurder. Rijden fietsers op een fietssuggestiestrook, dan hebben zij geen voorrang.

 

3. Een autobestuurder heeft voorrang op fietsers of voetgangers

Wanneer je als autobestuurder uit een straat gereden komt en een fietspad of voetpad oversteekt, moet je voorrang verlenen aan de weggebruikers die zich hierop begeven. Veel chauffeurs overtreden die regel. Soms is dat een gevolg van onoplettendheid, maar net zo goed zijn sommige chauffeurs ervan overtuigd dat ze voorrang hebben. Wat niet het geval is. De weggebruiker die het manoeuvre uitvoert moet voorrang verlenen.

 

4. De voorrang van een autobus die een halteplaats verlaat, is absoluut

Als autobestuurder moet je een buschauffeur de gelegenheid geven om zijn halteplaats te verlaten. Wat niet wil zeggen dat die laatste zich, eens de richtingaanwijzer knippert, zonder meer de weg mag opdraaien. Hij hoort de andere weggebruikers de tijd te geven om dit op te merken en te reageren. Voorzichtigheid is iets wat beiden niet uit het oog mogen verliezen. Kortom: een bus hoort net zo goed rekening te houden met andere weggebruikers, haar voorrang is niet absoluut. 

Deel deze pagina